Zomervakantie. Zonder de schoolse ochtendrush lijkt het ritme te vertragen. Met nadruk op lijkt. Want hoewel er eufemistisch wordt gezegd “We hebben vakantie” omvat die ‘we’ vaak enkel de kinderen. Dit bedacht ik me toen ik op dag 1 van de vakantie met de bakfiets heen-en-weer croste om de jongens af te zetten op hun respectievelijke dagbesteding.
Het is nog ochtend en ik zweet al, terwijl ik voor de 3de keer gestresseerd mijn gsm aantik om het uur te zien. 8u25.
Ik zie Elia twijfelend rondkijken in zijn oude crèche. Zo’n eerste dag is toch weer spannend, bedenk ik me. Ik zet me op ooghoogte. Een dikke knuffel, tutje in de kast leggen en uil nog even vasthouden. Hij krijgt een vriendje in de gaten en aan de hand van de verzorgster gaat hij nieuwsgierig kijken waar die mee aan het spelen is.
8u31, dat ging vlotter dan gedacht.
Verder fietsen naar de tweede stop: Lewis’ playdate.
Hem snel afzetten, maar niet te snel, want ik wil dat ook hij vanuit vertrouwen de dag in kan gaan. Hij lacht onmiddellijk als de deur opgaat en zijn vriendje hem mee wil nemen naar zijn kamer. Zelfzeker stapt hij door de deur, met bijna een puberale blik die zegt “je hoeft me niet te volgen, laten we hier niet gênant gaan doen”. Boodschap begrepen.
Terug op de fiets is het 8u48, dat zou ik net moeten halen. Goed dat ik gisterenavond alvast checkte wat de snelste route zou zijn.
‘Hoezo is dit rustiger dan tijdens het schooljaar?!’, mopper ik in mezelf als ik om 8u59 de deur op mijn werk opendoe.
Zomervakantie is voor mij vooral puzzelen. Puzzelen met wie ik mijn tijd kan doorbrengen: mijn kinderen en mijn man, en waar ik mijn tijd aan wil besteden: vrije tijd en werk-tijd. Ik ben graag bij mijn kinderen en mijn man, ik werk graag én ik hou van tijd op mezelf. En dit evenwicht lijkt – in tegenstelling tot wat we vaak denken – precies nog scherper gesteld te worden tijdens de vakantie.
Want in al dat gepuzzel maak je (schijnbaar) een keuze: kies ik voor de noden van mijn kind? Of die van mezelf? Hoeveel tijd met je kinderen wordt je geacht door te brengen? Wanneer is het teveel? Of te weinig? En wanneer doe ik het goed (genoeg)?
En het ironische is: als je dan echt verlof hebt, kan je eigenlijk weer van 0 af aan beginnen. Want hoe wil je dat je verlof eruit ziet? En hoe krijg je dat opnieuw gepuzzeld tussen je eigen noden in zo’n vakantie en die van je kinderen/man/gezin?
Terwijl we dus vaak zeggen dat vakantie vertragen is, merk ik zelf dat het éérst puzzelen is, om dan te kunnen zakken in een ander ritme. Eentje waarbij ik hoop dat de puzzel minder stukjes heeft en weer even als een simpel geheel voelt.
Comments