Geroep in de living, ik zucht.
De 2 Romeinen vechten luidruchtig met hun zwaarden. Inzet van hun gevecht: de knuffel van de tegenstander. Lewis startte het gevecht, maar het is vooral Elia die all-in gaat.
Vastberaden hakt hij in op zijn oudere broer, genietend van de intensiteit van het spel.
Ik hou me koest in de keuken en sip kort van mijn nog te hete thee.
Als ik niet beweeg, vergeten ze misschien dat ik er ook nog ben.
“Mamaaa!”
Ok, toch niet.
Zoals vaak, gaat Elia over een grens en weet Lewis er geen raad mee.
“Hij doet me pijn! Hij trekt aan mijn haar!”.
Elia grijnst. Het spel is nóg leuker dan hij dacht. Lewis loopt luid stampend de trap op, met de duidelijke instructie dat hij alleen wil zijn.
Elia blijft beteuterd achter. “Boekje lezen?” Hij formuleert het als vraag, maar ik weet goed dat het dat niet is. We zetten ons samen in de zetel en Elia brabbelt vrolijk over wat hij in het boekje ziet.
“IJsje”
“Ja schat, die heeft een ijsje”.
Het ijsje is in geen opzicht relevant voor verhaal dat we lezen, maar voor hem is dat waar het boek om draait.
Terwijl ik op andere momenten helemaal in het verhaal mee op kan gaan en zo de tijd wat sneller lijkt te gaan, is dat vandaag anders. Het to-do-lijstje in mijn hoofd dringt dwingend aan. Andreas komt bijna thuis en ik moet nog on the spot een maaltijd bedenken. In mijn hoofd trek ik de koelkast open en scan wat er is. Ik zucht en leg me neer bij “Monkey platter”. Een fancy woord voor wat onsamenhangende ingrediënten op een bord, die je met die benaming alsnog als volwaardige maaltijd mag bestempelen.
Als Andreas thuis komt, klinkt er tweestemmig een enthousiaste “Papaaaa!”. Ik zie de vermoeidheid van de dag in zijn handelingen, maar in zijn reactie naar de jongens laat hij hier niets van merken. Enthousiast beginnen ze met 3 te ravotten in de living. Ik denk vermoeid “weer geroep in de living”, maar het ontlokt me toch een glimlach.
Mijn oma zei eens: rommel is een teken van leven in huis.
Ik denk dat dat ook opgaat voor geroep.
Er gaat een tijd komen dat ik het zal missen.
Nu nog niet, weliswaar.
Ik refereer naar het boekje 'Bob Popcorn kan niet stoppen met ontploffen' (Maranke Rinck & Martijn van der Linden)
Comentários